Op 30 maart 2022 is de procedure gestart bij de rechtbank Amsterdam. Zoals wij eerder schreven, is de procedure opgedeeld in twee fasen: de ontvankelijkheidsfase en de inhoudelijke fase. In de ontvankelijkheidsfase komt een aantal formele vereisten aan de orde en toetst de rechter vast summierlijk of de claim kans van slagen heeft.
Na het tussenvonnis op 1 februari 2023 heeft de rechtbank op 25 oktober 2023 het vonnis uitgesproken in de ontvankelijkheidsfase. Dat vonnis houdt in dat de stichting NUON-Claim door mag naar de inhoudelijke fase. Dat is in het bijzonder positief, omdat de lange lijst met bezwaren van Vattenfall van tafel is geveegd. De Stichting NUON-Claim mag nu namens gedupeerde ondernemers collectief schadevergoeding vorderen van Vattenfall. U kunt het vonnis van 25 oktober 2023 hier lezen.
Twee groepen
De rechtbank onderscheidt in het vonnis twee groepen gedupeerden. Tot de ene groep behoren gedupeerden die vóór 15 november 2016 al waren gestopt met betalen van de kW-vergoeding. Deze groep moet zijn aangesloten bij de stichting om een vergoeding te kunnen ontvangen. Gedupeerden uit deze groep die nog niet bij de stichting zijn aangesloten, worden uitgenodigd dat alsnog te doen. Anders kunnen zij geen schadevergoeding ontvangen, mocht deze worden toegewezen.
De tweede groep betreft gedupeerden die na 15 november 2016 nog een kW-vergoeding hebben betaald. De stichting is door de rechtbank aangewezen als enig (exclusief) belangenbehartiger van deze gedupeerden. Zij worden automatisch vertegenwoordigd door de stichting en hoeven zich niet (meer) aan te melden bij de stichting. Dat is niettemin toch aan te raden om op de hoogte te blijven van het verloop van de procedure, waaronder of een schadevergoeding voor deze groep is toegewezen en wanneer en op welke wijze deze kan worden ontvangen.
Vervolg van de procedure
De rechtbank heeft nu aan partijen verzocht om zich uit te laten over hoe de gedupeerden
uit de tweede groep formeel moeten worden geïnformeerd - waaronder over de
mogelijkheid niet betrokken te willen zijn in de procedure. Daarna gaat de procedure naar verwachting (eindelijk) verder met de inhoudelijke behandeling. Afhankelijk van het verloop van de zaak wordt rond de zomer een mondelinge behandeling van de zaak verwacht en hopelijk in het komend najaar een eindvonnis. Het bestuur van de stichting ziet het vervolg van de zaak met vertrouwen tegemoet!