Persbericht naar landelijke media

27 maart 2019

Lees hieronder het persbericht die de Stichting Bouwfonds Claim in samenwerking met ClaimShare heeft verspreid naar verschillende media. 

Miljoenenclaim tegen management kantorenfonds van Bouwfonds 

Gedupeerde beleggers, verenigd in de Stichting Bouwfonds Claim, hebben een miljoenenclaim neergelegd bij Bouwfonds Fund Management BV. Deze vennootschap, behorende tot de Rabobank-groep, beheerde tussen 2005 en 2016 het Office Value Fund N.V., een kantorenvastgoedfonds dat met geld van particuliere beleggers was gevuld. In 2016 ging het fonds technisch failliet en heeft Bouwfonds het beheer overgedragen.

De stichting verwijt Bouwfonds een misleidende voorstelling van zaken te hebben gegeven bij de verkoop van de participaties in het fonds in 2005 en 2006. Deze participaties werden destijds aangeboden als belegging met ‘laag risico’. Niettemin verdween de door de beleggers ingelegde 55 miljoen euro in 10 jaar tijd en werden beloofde rendementen niet waargemaakt. In dezelfde periode streek Bouwfonds naar schatting zo’n 9,2 miljoen euro op aan vergoedingen.

Veel risicovoller

“De belegging in het fonds is veel risicovoller gebleken dan destijds werd voorgespiegeld” aldus Frank van Ammers, zelf gedupeerde en voorzitter van de Stichting Bouwfondsclaim. “Daarin stond dat het een belegging met laag risico was”. Volgens de advocaat van de stichting Han Beekhuizen werden door de beheerder destijds grote leningen afgesloten om zoveel mogelijk vastgoed aan te kopen. “Daardoor betekende 1 euro waardedaling van het vastgoed 3 euro waardedaling van het eigen vermogen van het fonds. Dat is een hefboom waarvoor expliciet had moeten gewaarschuwd”, aldus de advocaat. 

Moeilijk verhaal

Deze hefboom is volgens de advocaat gaandeweg nog groter geworden. “Vervolgens kom je in de situatie dat vastgoed moet worden verkocht om leningen af te lossen. Dan kan het verlies vrijwel zeker niet meer worden goedgemaakt, omdat de omvang van de portefeuille krimpt. Het waardeherstel zou dan moeten worden gerealiseerd met slechts een beperkt deel van de oorspronkelijk met hypothecaire leningen gefinancierde portefeuille. Ga maar na dat dat een moeilijk verhaal wordt”, aldus Beekhuizen. “Ook dat risico is door Bouwfonds niet beschreven in de documentatie die zij heeft opgesteld.” Hierbij moet worden bedacht dat Bouwfonds er zelf belang bij had om de vastgoedportefeuille zo groot mogelijk te maken. De beheervergoeding en de aankoopvergoeding werd op die basis berekend. “Dan kom je tot een absurd hoge vergoeding voor Bouwfonds van 9,2 miljoen euro”, aldus Beekhuizen. “Deze vergoeding is rechtstreeks ten laste van de beleggers gekomen.”

Forse schadepost

Dankzij een grote afboeking door een betrokken hypotheekbank kon het fonds eind 2016 te nauwer nood van de ondergang worden gered. Inmiddels is de herstructurering van de financiering afgerond. Daarmee is de weg vrij gemaakt voor schadeclaims. Voor beleggers resteert een schadepost van 30 tot 40 miljoen euro. De stichting heeft inmiddels ruim 10 procent van de beleggers weten te achterhalen, voldoende voor een juridische procedure. Advocaat Beekhuizen heeft een dagvaarding opgesteld en deze vergezeld met een sommatie aan Bouwfonds gestuurd. “We staan ervoor open om dit op te lossen, maar dat is tevens een verplicht onderdeel om een collectieve procedure te kunnen starten. Het is nu aan Bouwfonds”, aldus de advocaat. Hij verwacht dat zich nog meer beleggers bij de stichting zullen aansluiten.